een computer is een machine die gegevens accepteert als invoer, die gegevens verwerkt met behulp van programma ‘ s en de verwerkte gegevens uitvoert. Veel computers kunnen informatie opslaan en ophalen met behulp van harde schijven. Computers kunnen met elkaar worden verbonden om netwerken te vormen, waardoor aangesloten computers met elkaar kunnen communiceren.
moderne computers kunnen miljarden berekeningen per seconde uitvoeren. Computers doen veel verschillende taken waar automatisering nuttig is. Voorbeelden hiervan zijn verkeerslichten, voertuigcomputers, beveiligingssystemen, wasmachines en digitale televisies.
Computers kunnen worden ontworpen om bijna alles met informatie te doen. Computers worden gebruikt om grote en kleine machines te besturen die in het verleden door mensen werden bestuurd. De meeste mensen hebben thuis of op het werk een PC gebruikt. Ze worden gebruikt voor dingen zoals het luisteren naar muziek, het lezen van het nieuws en het schrijven.
moderne computers zijn elektronische computerhardware. Ze rekenen heel snel. Ze volgen de instructies in hun softwareprogramma ‘ s. De software gebruikt de hardware wanneer de gebruiker Het instructies geeft, en geeft nuttige uitvoer.
mensen besturen computers met gebruikersinterfaces. Invoerapparaten omvatten toetsenborden, computermuizen, knoppen en touchscreens. Sommige computers kunnen ook worden bediend met spraakopdrachten, handgebaren of zelfs hersensignalen door elektroden geïmplanteerd in de hersenen of langs zenuwen.