we leven allemaal onder een enorme oceaan van lucht die enkele mijlen diep is: de atmosfeer. De druk op ons lichaam is ongeveer hetzelfde als tien meter zeewater dat voortdurend op ons drukt. Op zeeniveau, omdat lucht samendrukbaar is, comprimeert het gewicht van al die lucht boven ons de lucht om ons heen, waardoor het dichter wordt. Als je omhoog gaat in de hoogte (tijdens het bergbeklimmen, bijvoorbeeld), wordt de lucht minder samengedrukt en wordt daardoor dunner.
het belangrijke effect van deze drukdaling is dit: in een bepaald volume lucht zijn er minder moleculen aanwezig. Dit is eigenlijk gewoon een andere manier om te zeggen dat de druk lager is (dit wordt Boyle ‘ s law genoemd). Het percentage van die moleculen die zuurstof zijn is precies hetzelfde: 21% (20,9% eigenlijk). Het probleem is dat er minder moleculen van alles aanwezig zijn, inclusief zuurstof.
hoewel het percentage zuurstof in de atmosfeer gelijk is, betekent de “dunnere lucht” dat er minder zuurstof is om in te ademen. Probeer de barometrische Drukcalculator te gebruiken om te zien hoe de luchtdruk verandert op grote hoogte en hoeveel minder zuurstof beschikbaar is op elke hoogte.
het lichaam maakt een breed scala aan fysiologische veranderingen om beter om te gaan met het zuurstofgebrek op grote hoogte. Dit proces heet acclimatisatie. Als u niet goed acclimateert, vergroot u uw kans op het ontwikkelen van AMS (Acute bergziekte), of erger nog, HAPE (longoedeem op grote hoogte) of zelfs HACE (hersenoedeem op grote hoogte).