Onderwaterhoren bij schildpadden

het horen van schildpadden is slecht begrepen in vergelijking met andere reptielen. Hoewel het mechanisme van transductie van geluid in een neuraal signaal via haarcellen in detail is beschreven, is de rest van het auditieve systeem grotendeels een zwarte doos. Wat bekend is, is dat schildpadden hogere gehoordrempels hebben dan andere reptielen, met de beste frequenties rond 500 Hz. Ze hebben ook lagere onderwater gehoordrempels dan die in de lucht, als gevolg van resonantie van de middenoorholte. Verdere studies toonden aan dat alle families van schildpadden en schildpadden een gemeenschappelijke morfologie van de middenoorholte delen, met schaalvergroting die het meest geschikt is voor onderwaterhorendheid. Dit ondersteunt een aquatische oorsprong van de groep. Omdat schildpadden het beste onder water horen, is het belangrijk om hun kwetsbaarheid voor antropogeen lawaai te onderzoeken. Echter, het gebrek aan basisgegevens maakt dergelijke experimenten moeilijk omdat slechts een paar soorten schildpadden audiogrammen hebben gepubliceerd. Er zijn ook bijna geen gedragsgegevens beschikbaar (begrijpelijk vanwege trainingsmoeilijkheden). Tot slot, weinig studies tonen aan welke soorten geluiden zijn gedragsmatig relevant. Een opmerkelijk artikel onthulde dat de Australische slangenhalsschildpad (Chelodina oblonga) een vocaal repertoire heeft in de lucht, op het raakvlak en onder water. Bevindingen als deze suggereren dat er meer aan de schildpad aquatische auditieve scène dan eerder gedacht.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.